Perspectief voor eigenaren
Waar moet een eigenaar zich op richten?
De verwachting voor de Nederlandse kantorenmarkt is dat een volledig verhuurd kantoor – zoals nu vaak het geval is – de komende jaren niet meer vanzelfsprekend is. De ruimtevraag naar kantoren in de G5 zal naar verwachting met 8,7% afnemen, en dat heeft impact op de exploitatieverwachtingen van elk kantoor.
Dit betekent dat eigenaren hun strategie zullen moeten herzien. Eerst moeten ze vaststellen of de locatie van hun kantoorpand op lange termijn genoeg ruimtevraag heeft om het tegen rendabele rendementen te exploiteren. In veel gevallen zal dit zo zijn. Maar met een toenemende concurrentie zal de relatieve kwaliteit van het kantoor binnen een kantoorgebied uiteindelijk het verschil maken tussen volledige bezetting of potentiële (structurele) leegstand.
Het relatieve kwaliteitsverschil wordt steeds meer bepaald op basis van flexibiliteit en duurzaamheid, in lijn met veranderde gebruikerseisen. Waar in het verleden een lagere huurprijs erg aantrekkelijk was, lijkt dit in het huidige economische en maatschappelijke klimaat minder doorslaggevend – zeker voor grotere organisaties. Bedrijven gaan voor een centrale, goed bereikbare en duurzame locatie om talent voor zich te winnen én te voldoen aan de Europese duurzaamheidsregelgeving (CSRD). Daarnaast speelt flexibiliteit in de aangehuurde meters een steeds belangrijkere rol in de keuze voor een kantoor.
Flexibele kantoorschil
Uit onze Global Occupier Sentiment Survey 2023 blijkt dat de vraag naar flexibele kantoorruimte de komende twee jaar kan toenemen met circa 55% ten opzichte van de huidige vraag. Dit komt mede door de volatielere bezettingsgraden. Concreet betekent dit dat de metrages die flex operators aanbieden in de G5 kunnen groeien van 4% tot 6% van de huidige voorraad naar circa 6% tot 9%. De voornaamste oorzaken van deze vraagtoename zijn:
- prijs – lagere algehele huisvestingskosten;
- flexibiliteit – vergader- of samenwerkruimtes huren voor piekdrukte;
- onzekerheid – hoe ontwikkelt de bezettingsgraad op kantoor zich?
Deze combinatie van factoren leidt tot een interessante business case voor eigenaren om in te spelen op de vraag vanuit gebruikers. Bedrijven willen immers graag kleinschaliger traditioneel huren, waardoor hun algehele huisvestingskosten omlaag kunnen. Daartegenover staat een behoefte aan flexibiliteit, bijvoorbeeld door op piekmomenten ruimte bij te kunnen huren. Hierbij gaat het vooral ruimtes waarin je samen kunt werken of overleggen. Het is aan eigenaren om binnen het kantoor in deze behoefte te voorzien.
Doordat naar verwachting de vraag naar dit soort ruimtes zich vooral op maandag, dinsdag en donderdag concentreert, ligt een variabel uurtarief voor deze ruimtes voor de hand. Hiermee ontstaat een additioneel verdienmodel. Eigenaren kunnen – afhankelijk van de mate van actief assetmanagement – zelfs ruimtes openstellen voor bedrijven en particulieren buiten het eigen kantoor. Met deze flexibiliteit – al dan niet in samenwerking met een flex operator – ontstaat een win-winsituatie voor zowel eigenaren als huurders. Ruimtes worden namelijk optimaal benut en de omzet per vierkante meter geoptimaliseerd.
ESG-ambities huurder hoger dan die van eigenaren
Naast flexibiliteit, sturen vooral grote bedrijven aan op een huisvesting die aansluit bij hun huidige en toekomstige ESG-doelstellingen. Dit betekent niet alleen een duurzaam gebouw, maar ook een goed bereikbare locatie met veel voorzieningen voor werknemers. Kantoren met de beste bereikbaarheid zijn op dit moment dan ook het meest in trek.
De sterke behoefte aan duurzaamheid en bereikbaarheid zorgt voor een relatieve schaarste van duurzame kantoorruimte op goede stationslocaties. Die schaarste leidt nu al tot een verdere stijging van de huur op deze plekken. Sterker, kantoorgebouwen met marktmakende ESG-kenmerken hebben een huur die 20% tot 30% hoger is ten opzichte van kantoren op dezelfde locatie zónder deze kenmerken.
CBRE verwacht dat dit verschil in huurprijzen verder toeneemt, doordat de vraag naar net zero-kantoren – gedreven door de ESG-ambities van bedrijven – aanzienlijk sneller stijgt dan het aanbod. Zo blijkt uit onze Europese ESG-survey dat 50% van ondervraagde grote bedrijven in 2035 een net zero uitstoot wil hebben. Onder eigenaren is dit slechts 28%. Dit verschil zal uiteindelijk leiden tot een hogere prijsvorming voor net zero-kantoorgebouwen, waardoor uiteindelijk ook renovaties en nieuwbouw beter bekostigd kunnen worden.
Dat bedrijven kiezen voor gebouwen die passen in deze tijdgeest (duurzaam, grote, open en lichte vloeren, moderne installaties, zorgen voor comfort, klimaatplafonds, gebouwvoorzieningen en een hoge BREEAM certificering) blijkt wel uit de verschuiving van de vraag naar nieuwe of pas gerenoveerde gebouwen. Deze nemen een groot deel van het opnamevolume voor hun rekening; de netto absorptie van de kantorenvoorraad met een bouw- of renovatiejaar vanaf 2015 is in de G5 in 2,5 jaar 763.000 vierkante meter. Hiertegenover staat een negatieve netto opname met een bouw- of renovatiejaar vóór 2015. Vooral onder kantoren met een bouw- of renovatiejaar vóór 2000 stijgt hierdoor de leegstand. Sommige van die kantoren verdwijnen – na langdurige leegstand – zelfs volledig van de kantorenmarkt. Zo werd er in de G5 tussen eind 2020 en medio 2023 ruim 251.000 vierkante meter kantoorruimte met een bouw- en renovatiejaar van vóór 2000 onttrokken.
Nu de komende jaren de markt ruimer wordt, wordt dit effect naar verwachting versterkt. Dit betekent dat eigenaren zonder moderne kantoorruimte nu voor de uitdaging staan om te investeren. Lastig, gelet op de nog altijd hoge bouwkosten, gedaalde vastgoedwaardes en onzekere exploitatievooruitzichten. Toch houden veel eigenaren bij de afweging tussen wel of niet renoveren te weinig rekening met de exploitatieverslechtering van de as is-situatie. Zeker in een tijd van toenemende leegstand, is de kans op een (aanzienlijke) verslechtering van de exploitatie groot zolang er niet wordt geïnvesteerd. Daar komt bij dat de huurpremie voor kantoren die aan de belangrijkste ESG kenmerken voldoen, nog vaak wordt onderschat. Dat staat los van de verschuiving van kapitaal naar meer duurzaam vastgoed, die weer een positieve impact heeft op de waardeontwikkeling ervan.
Impact hybride werken beheersbaar met kansen voor verduurzaming en transformaties
Al met al leidt het aangepaste gedrag van Nederlandse kantoormedewerkers in eerste instantie vooral tot een gezondere situatie op de kantorenmarkt. In veel regio’s ligt de leegstand al langere tijd onder het frictieniveau. Dit maakt bedrijfsverplaatsingen – zeker van grotere bedrijven – lastig. Doordat ze lang niet altijd aan hun huisvestingsvereisten konden voldoen, kozen ze voor second best. Door de relatief beperkte concurrentie op de kantorenmarkt zijn er minder grote stappen in de verduurzaming en modernisering van de Nederlandse kantorenvoorraad gezet, en bleven investeringen uit. De exploitatie draaide immers zonder investeringen ook goed.
De ruimere marktomstandigheden die in de komende jaren ontstaan, zullen in de eerste plaats leiden tot een polariserende kantorenmarkt op locatie- en kwaliteitsniveau. Er komt namelijk weer ruimte voor bedrijven om voor kwaliteit te kiezen. Dit zorgt voor een gezonde voedingsbodem, van waaruit ook investeringen weer makkelijker rendabel worden; er valt weer meer waarde toe te voegen. Kortom: de ruimere marktomstandigheden zorgen voor vernieuwing, wat bij een teruglopende kantorenvraag ruimte biedt voor meer transformaties. Transformaties die essentieel zijn om elke inwoner van Nederland een huis én thuiswerkplek te bieden – zeker gelet op de nog altijd oplopende woningnood.