Het supermarktlandschap de afgelopen tien jaar
Groeiend aantal supermarktmeters
Om een gedegen inschatting van de toekomst van de sector te maken, moeten we eerst terugkijken naar het afgelopen decennium. Wat opvalt, is dat het aantal supermarkten en vierkante meters in Nederland in deze periode is toegenomen. Waar we tien jaar geleden bijna 6.100 supermarkten telden, is dit in 2023 toegenomen tot 6.620 – ongeveer 4.350 daarvan zijn filialen van een van de grotere ketens. Het totaal aantal supermarktmeters steeg in dezelfde periode met zo’n 865.000 vierkante meter: van ruim 4,1 naar bijna 5 miljoen. Daarmee nam het supermarktaanbod per inwoner van Nederland toe van 0,25 m² naar 0,28 m².
Bijna een op de acht winkelmeters in ons land is in gebruik door een supermarkt. Dat maakt het een belangrijk onderdeel van ons winkellandschap. Wel blijkt uit de cijfers dat het aantal locaties van grotere formules in 2019 zijn (voorlopige) piek bereikte – sindsdien is de hoeveelheid licht afgenomen. Deze piek is overigens niet zichtbaar in de vierkante meters, die stijgen vrij constant. Wel is de opmars van city- en to go-concepten duidelijk te zien.
Verzadiging vs. verdichting
Het Nederlandse supermarktlandschap wordt vaak getypeerd als verzadigd. Niet geheel onterecht: vanwege het restrictieve Nederlandse beleid zijn er nauwelijks locaties voor nieuwe supermarkten. Toch vindt er binnen grote steden nog verdichting plaats en neemt het aantal zelfstandige supermarkten toe: sinds 2012 met bijna 470 winkels. Het gaat dan vooral om kleine buurtsupermarkten van zelfstandige ondernemers – met steeds vaker een internationaal karakter: denk aan Turks, Surinaams, Indonesisch, Aziatisch of Pools.
Zichtbare schaalvergroting
De toename van het aantal supermarktmeters kan voor een groot deel worden verklaard door schaalvergroting. Supermarktformules zijn voortdurend op zoek naar kansen om hun winkels uit te breiden, zodat ze een steeds breder productassortiment kunnen aanbieden. Dat lukt ze vooral op plekken buiten de stadscentra, bijvoorbeeld in woonwijken.
In Nederland zijn we nog altijd voorzichtig met supermarkten op PDV- en GDV locaties: het aandeel van supermarktmeters op deze locaties is slechts 2,5%. Toch is de voortdurende schaalvergroting duidelijk zichtbaar in de cijfers. De gemiddelde locatie van grotere formules was tien jaar geleden 909 m² en is in 2023 gegroeid tot 1.068 m². Deze ontwikkeling speelt bij alle grote formules die in Nederland actief zijn. Behalve bij de Spar, die is vaak in veel kleinere kernen gevestigd.
De kleine supermarkt verdwijnt
De ontwikkelingen binnen het Nederlandse supermarktlandschap worden nóg duidelijker als we kijken naar de verschillende grootteklassen.
Het aantal hypermarkten (vanaf 2.500 m²) en grote supermarkten (1.500 tot 2.500 m²) is sinds 2012 flink toegenomen. Dat komt met name door de opkomst van grotere Albert Heijn locaties (deels XL) en in mindere mate door de Jumbo Foodmarkt en DekaMarkt. Tegelijkertijd groeit ook het aantal supermarkten van gemiddelde omvang (800 tot 1.500 m²) sterk door schaalvergroting.
Daarnaast is het aantal kleine supermarkten tussen 2012 en 2023 afgenomen van 1.052 naar 622. Hierdoor verdwijnen die langzamerhand uit het straatbeeld. Aan de andere kant neemt het aantal gemakswinkels op high traffic-locaties juist gestaag toe. Denk aan de city- en to go-concepten op ov knooppunten en in drukke winkelstraten.
Tabel 1: Ontwikkeling van aantal supermarkten naar grootte tussen 2012 en 2023
Aantal supermarkten naar type
|
2012
|
2023
|
Ontwikkeling
2023 t.o.v. 2012
|
Hypermarkt: groter dan 2.500 m² óf XL of Foodmarkt
|
64
|
73
|
+9
|
Grote supermarkt: 1.500 - 2.500 m²
|
341
|
585
|
+244
|
Supermarkt: 800 - 1.500 m²
|
2.017
|
2.551
|
+534
|
Kleine supermarkten: 500 - 800 m²
|
1.052
|
622
|
-430
|
Buurtwinkels: kleiner dan 500 m² én geen city-/to go-concept
|
2.496
|
2.636
|
+140
|
City- of to go-concept op trafficlocaties
|
66
|
153
|
+87
|
Bron: Locatus
De grootste spelers
In 2023 wordt de supermarktsector gedomineerd door twee grote spelers. Albert Heijn (ruim 28% van de supermarktmeters[1]) en Jumbo (ruim 18%) vertegenwoordigen samen bijna de helft van de vierkante supermarktmeters in Nederland. Ook PLUS is uitgegroeid tot een grote speler na de fusie met Coop. PLUS is lid van Superunie: een inkooporganisatie met grote slagkracht waar ook formules als DekaMarkt, Spar en Dirk gebruik van maken.
De Duitse discounters Lidl (marktaandeel van 10%) en ALDI (9%) zijn de belangrijkste buitenlandse partijen op de Nederlandse markt. Samen zijn de vijf marktleiders goed voor 76% van de supermarktmetrage in Nederland. Tot slot heeft ook Spar veel filialen (244), al zijn dit over het algemeen kleinere gemakswinkels (gemiddeld 345 m²).
Consolideren voor schaalvoordeel
Naast winkelvergroting volgen de meeste Nederlandse supermarktformules een expansiestrategie om schaalvoordelen te creëren. Dat is noodzakelijk om de kleine marges binnen de sector te kunnen dragen. Veel formules hebben de afgelopen decennia dan ook strategische posities in de markt opgeëist en uitgebreid, met name door andere formules over te nemen of te fuseren.
Kleinere partijen ontbreekt het vaak aan slagkracht in de logistiek, marketing of bezorging. Daardoor wordt de concurrentiestrijd met grote ketens steeds lastiger. Meegaan in de laatste ontwikkelingen is voor hen bovendien een relatief dure opgave. Als gevolg daarvan zien we dat er sinds 2000 meer dan 20 supermarktformules op de Nederlandse markt zijn verdwenen. Dat dit nog steeds gebeurt, blijkt uit een aantal recente overnames en fusies. Kortgeleden werd de regionale formule Jan Linders overgenomen door Albert Heijn en kwam Deen in handen van Albert Heijn, Vomar en DekaMarkt. En dan was er ook nog de aangekondigde fusie tussen familiebedrijven Nettorama en Boni.
De opkomst van online boodschappen is steeds bepalender voor de uitdunning van formules in de supermarktsector. Aangezien e-commerce hier tot nu toe voornamelijk verlieslatend is, speelt de mate waarin formules concurrerend en winstgevend zijn een belangrijke rol in hun levensvatbaarheid.
Consolidatie zet door
Het einde van de consolidatieslag is nog niet in zicht. Waarschijnlijk neemt het aantal grote supermarktketens – met meer dan 20 vestigingen – de komende jaren verder af, tot er zo’n zes tot acht grote spelers overblijven. Dominantie door slechts een handjevol partijen zien we overigens in meer sectoren. Denk aan elektronica (Coolblue, MediaMarkt), sport (Nike, Adidas, Under Armour en Puma) en kleding (Inditex, Primark, H&M en C&A). Vooral in de kleding- en schoenenbranche leidde de opkomst van e-commerce na 2010 tot veel fusies en overnames. Ook onder flitsbezorgers zien we de laatste tijd consolidatie. Zo werd Gorillas onderdeel van Getir.
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) houdt overnames nauwlettend in de gaten. Bij supermarktfusies kijkt deze of er voor consumenten wel voldoende alternatieven in de buurt overblijven. Daarvoor bestaat geen strikte grens, maar doorgaans mag één partij niet meer dan 50% van het lokale marktaandeel hebben[2]. Daardoor zijn marktleiders bij sommige overnames gedwongen om supermarkten af te stoten, zodat er geen lokaal monopolie ontstaat.
Positionering
Vanwege de hevige concurrentie besteden supermarktketens steeds meer aandacht aan hun positionering. Ze bekennen kleur en focussen bijvoorbeeld op service, gemak, prijs, een breed assortiment en veel verse, duurzame of biologische producten. Natuurlijk nemen partijen ook succesvolle strategieën van concurrenten over. Zo zien we dat Albert Heijn en Jumbo – de typische fullservice-supermarkten – veel huismerken aanbieden, om te concurreren met prijsvechters als ALDI en Lidl. Het fullservice-segment richt zich in de regel op klanttevredenheid en beleving, maar elke formule heeft ook z’n eigen speerpunt. Zo zet Albert Heijn vooral in op duurzaamheid en gemak, terwijl Jumbo iets meer nadruk legt op betaalbaarheid en persoonlijke service, en PLUS op regionale producten.
Prijsvechters als ALDI, Lidl, Boni, Dirk en Vomar doen het in Nederland – ondanks sterke concurrentie van de marktleiders – nog altijd goed. Sinds 2012 nam het aantal prijsvechters met 16% toe, en hun supermarktmeters met bijna 40%.
Door de toenemende aandacht voor biologisch en duurzaam voedsel, neemt het aantal biologische supermarkten in Nederland toe – vooral door de opmars van Ekoplaza en Odin. In 2019 volgde de eerste grote overname in deze branche: Udea – moederbedrijf van de biologische supermarktketen Ekoplaza – nam Marqt over. De grote supermarktformules breiden hun verse en biologische aanbod de laatste jaren ook snel uit, om in te spelen op de snel stijgende vraag.